Hoe ga ik te werk?
‘De tijd brak aan dat het risico om in de knop te blijven pijnlijker was dan het risico om tot bloei te komen.’ (Anaïs Nin, Franse schrijfster 1903-1977)
Ieder traject leent zich voor een nieuwe creatie en is toegesneden op de unieke achtergrond, omstandigheden, mogelijkheden en vragen van individu, groep of organisatie. Werk maken van talenten is makkelijker gezegd dan gedaan. Talenten heb je niet, die ben je. Het vereist dat je je bewust wordt van onbewuste conditioneringen en vanzelfsprekende loyaliteiten. Het vraagt je vertrouwde gebieden achter je te laten en onbekende te verkennen, en zodoende je eigen weg te vinden. Leren om je eigen plan te trekken. Want zonder eigen plan blijven we een onderdeel van de plannen van anderen.
Daarvoor is het ook nodig stap voor stap bewust te worden van het enorme potentieel aan onbewuste kennis, ervaring en wijsheid waarover ieder van ons beschikt. Daar kom je uitsluitend mee in contact door interactie, dialoog en verbeeldingskracht. Ik noem dat ook wel contact maken met je ‘innerlijke fluisteraar’, onze intuïtieve wijsheid over ons bestaansrecht. Onvoorwaardelijke aandacht – aandacht zonder oordeel – is daarbij essentieel en het tegenwicht voor de voorwaardelijke aandacht – aandacht mét oordeel – waarmee we zijn opgegroeid.
Ontwikkelen en leren betekent veranderen. Dat is soms pijnlijk en beangstigend. Het is de kunst om angst toe te laten zonder dat deze met je op de loop gaat. Ook daarbij sta ik met je stil. Het is mijn ervaring dat mensen bereid zijn om te veranderen als hun intrinsieke behoefte aan ontplooiing sterk genoeg is. Maar dan moeten ze wel hun eigen manier en tempo kunnen kiezen. Eenmaal begonnen is ieder mens ‘een creatie in wording’; van aarzelende stappen naar een vloeiende beweging. Langzaam maar zeker richtinggevend aan eigen keuzes, en het ontvouwen van individuele talenten.